Art Nouveau voor het volk, door Mark Sebille

Er lijkt in deze titel tegenspraak te zitten maar niets is minder waar. De “Fin de Siècle” en het begin van de 20ste eeuw was een tijd vol contrasten die ons vandaag als tegenstrijdig overkomen terwijl ze dat initieel niet waren.  Het was de tijd dat vrijmetselaars ook kerkgangers waren en liberalen opkwamen voor de arbeider, tegen de kapitalisten in.  Ook bij de gegoede burgerij trad een jonge generatie naar voor die open stond voor nieuwe ideeën in hun woonomgeving. Veel van de avant-gardistische kunstenaars wilden hun kunst ook bewust in dienst stellen van het brede publiek.

De Schaarbeekse architect

Van de grote horde kunstenaars die aan het eind van de 18de eeuw in Schaarbeek woonde kan vrijwel niemand zich ten volle Schaarbeeknaar noemen.  Behalve Henri Jacobs. Zijn vader kwam uit een eenvoudige boerenfamilie in Londerzeel maar werkte zich als onderwijzer snel op tot directeur van een gemeenteschool in Sint-Joost-ten-Node.

In hun woning, naast de school, is op 3 december 1864 Henri Jacobs geboren. Als kind bracht hij veel tijd door bij zijn oom die in de Liedekerkestraat een architectenbureau had en zonder twijfel heeft dat zijn latere roeping bepaald. Na zijn opleiding zou hij zijn hele leven in Schaarbeek wonen en werken.  Maar de pedagogische missie van zijn vader kreeg ook hem in zijn greep, want hij zou liever scholen bouwen dan burgerhuizen. Jacobs is vandaag ietwat vergeten, ten onrechte, maar hij was een opvallend figuur in zijn tijd.  Hij zou aan de nieuwe bouwstijl van zijn grote voorbeeld Victor Horta een heel nieuwe wending geven.

Maarschalk Fochlaan, 9 (Foto : Mark Sebille)

Maarschalk Fochlaan, 9 (Foto : Mark Sebille)

 

De nieuwe kunst

De Art Nouveau was de stijl die zich met zwierige lijnen losmaakte van het eclectisme dat in de 18de eeuw zo opvallend aanwezig was.  Het ontstond uit een verlangen naar meer verfijning in de dagelijkse leefomgeving in een tijd waarin de industrialisering alles scheen te bepalen. Ineens ging veel aandacht naar de individuele woning die meer en meer werd beschouwd als een totaalkunstwerk, met architecturale durf en decoratief experiment.  Bouwkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst, meubelbouw en de decoratieve kunsten moesten mekaar vinden zonder scheiding tussen de disciplines.  Technische elementen uit de industrialisering, zoals de staalbalken met zichtbare klinknagels, worden probleemloos geadopteerd in deze visie. Toch heeft de nieuwe stijl veel structurele elementen overgenomen van de 18de eeuwse neogotiek, maar de frivole vormentaal was nog nooit gezien en deze werd doorgetrokken tot in de kleinste details.

De Art Nouveau wilde de natuur in de woning brengen en tegelijk de kunst in de straat.  Ook voor de gewone man.  Een fraaie gevel zou immers aangenaam zijn voor de voorbijganger en inwerken op zijn gevoel voor schoonheid. Het was overigens een universele trend want op hetzelfde tijdstip broedde de Wiener Werkstätte gelijklopende ideeën uit, werd in München de naam Jugendstil geïntroduceerd en bouwde Gaudi in Barcelona met dezelfde uitgangspunten.  Nog in dezelfde periode zorgde Charles Rennie Mackintosh in Groot-Brittanië voor de vernieuwing en liep Chicago warm voor Frank Lloyd Wright. Art Nouveau had haar zwaartepunt in Brussel, maar ook Parijs, Nancy, Antwerpen en de provinciehoofdsteden omarmden de nieuwe stijl. Veel Art Nouveauwoningen hebben nog eclectische trekjes.  Enkel de boegbeelden Victor Horta, Paul Hankar en Henry Van de Velde waren puristen in hun creaties.  Horta ergerde zich aan het feit dat veel van zijn jonge medewerkers in hun verdere loopbaan hun leermeester te veel kopieerden zonder hun eigen stijl te ontwikkelen. Henri Jacobs bewonderde Horta maar ging toch resoluut zijn eigen weg. Jacobs schreef ook geen manifesten en publiceerde niet in de vaktijdschriften omdat hij vond dat zijn oeuvre zijn schriftuur hoorde te zijn.

De scholenbouwer

Naarmate Henri Jacobs’ carrière vorm nam was zijn vader al gepromoveerd tot onderwijsinspecteur voor de provincie Brabant.  Henri heeft zijn succes als architect in de eerste plaats te danken aan zijn eigen visie en zijn talent, laat daar geen twijfel over bestaan.  Maar de functie van zijn vader zal allicht wel hebben geholpen in de toewijzing van schoolbouwprojecten. In 1894 bouwt hij een eerste school (Gemeenteschool nr. 33) in de Van Hamstraat in Laken. Henri Jacobs had een idealistische visie op de pedagogische rol van de architect.  Voor hem moest het kind centraal staan in de architectuur. In zijn brieven lezen we: “De school is bij voorbaat de meest vertrouwde omgeving voor het kind, hoe netter en mooier de school, hoe meer het kind zich in volle harmonie zal kunnen ontwikkelen. Het zal later dezelfde waarden van openheid en esthetiek nastreven in zijn toekomstige omgeving” (ref: een brief uit 1925).

Hij wilde dat de scholen met de beste materialen konden gebouwd worden, met de beste hygiënische faciliteiten, veilig en in een aangename omgeving.  De school moest niet enkel dienen om er te onderwijzen maar ook om op te voeden, om betere mensen te maken die oog hadden voor het schone en het goede.  Jacobs was geen rebel en hield zich altijd strikt aan het opgelegde schema van de “Ecole Modèle” met een centrale ingang, een overdekte binnenkoer en daarop aansluitende klassen.  Maar de vindingrijkheid waarmee hij de opgelegde beperkingen integreerde in zijn eigen visie was zonder meer geniaal.

In 1907 bouwt hij de scholen in de Josaphatstraat 229, 241 en 259 met ook een ingang in de Bijenkorfstraat 30.  Dit geheel werd zijn absolute meesterwerk.  Schaarbeek was toen een rijke gemeente en stelde hoge eisen voor haar onderwijs.  Jacobs’ opdracht was niet min: een lagere school, een ambachtsschool, een school voor lichamelijke opvoeding uitgerust met een zwembad, een industriële- en een tekenschool, een openbare bibliotheek met leeszaal.  Dit alles werd verenigd in 91 zalen met de nodige verbindingsstructuren.  Het feit dat alle gebouwen, ondanks hun leeftijd, nog steeds in gebruik zijn zegt veel over zijn vakmanschap.

Foto's : Mark Sebille

241, Josaphatstraat (foto : Mark Sebille)

De eigen woning

Jacobs mag dan een van de weinige architecten van de Art Nouveau zijn die zeer grote projecten aandurfde, hij bouwde uiteraard ook wel gewone burgerhuizen. Gekend is zeker zijn eigen woning (1903) met de indrukwekkende sgraffiti (zie inset) aan de Maarschalk Fochlaan 9, en de naastliggende woningen 7 en 11. Zijn stijl is al bij al nog vrij sober, met vooral veel sculpturale details aan de straat en vaak uitgebreide sgraffiti rond de ramen van de hogere verdiepingen.  Geen enkel detail werd verwaarloosd.  De courante bouwmaterialen baksteen, natuursteen en staal liet hij altijd zichtbaar en de combinatie met sgraffiti en lood-in-glas maakten de meeste van zijn gevels ook kleurrijk. Veel van zijn bouwwerken zijn tot vandaag nog niet beschermd als monument en van zijn archief is door de onverschilligheid van zijn nakomelingen nauwelijks iets bewaard.  Nochtans was er bij leven internationale belangstelling voor zijn schoolgebouwen.  Zowel vanuit Frankrijk als vanuit Wenen kwam men naar zijn realisaties kijken. Er is helaas geen foto van hem bewaard.  Dat hij zichzelf niet heeft laten portretteren is misschien ook een aanwijzing dat zijn missie omgekeerd evenredig was tot zijn ego.

Foto : Mark Sebille

Foto : Mark Sebille

2 insets: Sgraffito (meervoud Sgraffiti) is een decoratieve techniek die al tijdens het eclectisme opgang maakte voor de verfraaiing van gevels en grote binnenmuren.  Deze techniek leende zich bij uitstek voor de Art Nouveau, maar ook de latere Art Deco maakte er graag gebruik van. Hierbij wordt in de verse sierpleister een lijntekening gekrast.  De onderliggende laag is dan meestal van een andere kleur.  Soms worden zo meerdere kleuren op elkaar aangebracht en naargelang de diepte van het uitschrapen kunnen kleurnuances worden weergegeven.  Het gebeurde ook dat de onderliggende laag, mits nog nat, kon worden ingeschilderd zoals bij fresco’s. Dé grootmeester was ongetwijfeld Paul Cauchie.  Eigenlijk was hij een graficus die zich ontplooide tot decorateur en architect.  Tussen 1894 en 1914 tijd werden in België meer dan 400 gevels versierd met sgraffiti van Paul Cauchie.  Zijn eigen huis in de Frankenstraat 5 is een (te bezoeken) meesterwerk van deze discipline. De sgraffiti in de gevel van Henri Jacob’s woning zijn van de hand van Henri Privat-Livemont.

 

De belangrijkste bouwwerken van Henri Jacobs in Schaarbeek en in de directe omgeving:

•  Maarschalk Fochlaan 9 (eigen woning), 7, 11

•  Eugeen Demolderlaan 40, 44, 78 •  Voltairelaan 41

•  Weldoenersplein 5, 6

 

Scholen:

•  Institut Diderot, Capucijnenstraat 58, Brussel

•  Gemeentescholen, Josaphatstraat 229, 241, 259

•  Industriële school, Bijenkorfstraat 30

•  Rodenbachschool, Rodenbachstraat, Vorst

•  Kon. Atheneum Fernand Blum, Rodebeeklaan 61, 103

•  Kon. Atheneum Koekelberg, St-Agatha-Berchemlaan

•  Gemeentescholen, Herkoliersstraat 35, 68

•  Kon. Atheneum Ukkel, Houzeaulaan 89

•  Ecole Vervloesem, Vervloesemstraat 36, St-Lambrechts Woluwe

 

Dit artikel wordt gepubliceerd met de vriendelijke autorisatie van het gemeenschapscentrum De Kriekelaar (Thuis in Schaerbeek) Cet article a été publié avec l’aimable autorisation du centre communautaire De Kriekelaar (Thuis in Schaerbeek)

Leave a Reply